Dan hoor je een collega zeggen, ach ik heb wel vakantie, maar ga niet weg, waar moet je in je eentje naar toe en alleen is al helemaal niks, dan verveel ik me zo. Zal ik thuis ook wel doen, verveel me in het weekend ook vaak. Je hoort dit aan maar besluit wijselijk om daar maar niet al te uitgebreid op te reageren. Vervelen? Wat is dat. Ik verveel me nooit en mocht het eens voorkomen dat ik even niet weet wat ik moet doen, dan hoef ik maar aan een van mijn hobbies te denken en ik weet al wat ik kan gaan doen. Ga ik in de theezakjes of ga ik heerlijk achterover hangen en luisteren naar muziek. O nee, ik pak dat leuke boek wat mij is aangeraden. Maar is het mooi weer, ach dan gaan we toch lekker met dit boek naar buiten en zit ik tussen mijn verzameling fuchsia’s. Trouwens daar is ook altijd wel iets in te doen, uitgebloeide bloemen er uithalen incl zaadknop, want ze moeten natuurlijk wel de hele zomer bloeien. Ach vervelen, ik ken het echt niet.
De afgelopen 2 dagen is er dus even weinig gebeurd, collega Tsjikke attendeerde mij op het boek “Gais”, een boek over een Friese dame met een indrukwekkend levensverhaal. Een boek waar je op vrijdagavond mee begint, amper kunt stoppen en wat dus op zaterdagavond uit is. Een boek met een bepaalde herkenning, een boek wat gewoon gelezen moet worden. Maar waarin ik gelijk weer wordt geattendeerd op een volgend boek van Geert Mak (is ondertussen al onderweg). Dan denk ik aan mijn vroegere huisarts, hij zei ooit tegen mijn moeder, lezen kan geen kwaad, probeer elke dag de krant te lezen en minimaal 1 boek per week, dit stimuleert de hersenen op oudere leeftijd. Ach dan denk ik bij mezelf, het zit wel goed, 2 kranten per dag is voor mij heel normaal, maar elke week 1 boek, dat red ik ook met gemak. Vanmiddag lekker beginnen met “Jouw hart sta ik nooit meer af”, een waargebeurd liefdesgeschiedenis in oorlogstijd. Dikke pil zal menigeen zeggen, iets langer mee bezig, maar voor het weekend zal hij wel weer uit zijn.