Er zijn van die boekjes die eens koopt maar ergens op een stapel komen te liggen en het niet gelezen wordt. Ik pak sneller een dik boek op dan een klein boekje met hooguit 100 bladzijdes. Maar bij het opruimen van een kast kwam ik het weer terug op een moment dat er net even te weinig tijd was om een “dikke pil” op te pakken. Dit zou een leuk tussendoortje worden. En leuk werd het zeker. Gewoon verhalen over Egmond aan Zee en zijn derpers. Voor niet bekend zijnde met Egmond, derpers zijn de rasechte inwoners van het derp. En laten we eerlijk zijn, derpers klinkt toch veel leuker dan dorpers?
Al ben ik dan maar een nazaat van een derper, vele verhalen kwamen me toch wel bekend voor aangezien er veel over het derp werd gesproken en ik met zekere regelmaat het derp ook bezoek. Familie heb ik er niet echt meer wonen, wellicht nog wat achterneven en nichten maar deze ken ik totaal niet. Op het kerkhof is het graf van mijn opa, oma en oom Chris reeds jaren geruimd en toch voelt het altijd wel al een soort van thuiskomen. Daardoor spreekt een boekje als dit me dan ook ontzettend aan.
Derp zit vol verhalen. Veel van die verhalen zijn onderdeel van onze gezamenlijke geschiedenis. Vaak bevinden zich de verhalen in de hoofden van vertellers en loop je het risico dat ze in de mist van elkaar opvolgende generaties verdwijnen.
Derper Jan Stam heeft een paar van die verhalen naar boven gehaald, zowel wat hij hoorde van dorpsgenoten, als gebeurtenissen en/of onderwerpen die in zijn eigen hoofd een plekje hadden gevonden. Hij vertelt in het boekje “Derperdingen” een aantal van die verhaaltjes, vanzelfsprekend gekleurd door zijn eigen bril.
Het gaat over bekende Derpers, die een plek in ons gezamenlijk geheugen hebben gevonden, over bijnamen en hun consequenties, bezoekende “dossiers” en mensen die we niet vergeten moeten.